Mocht je denken dat alleen beren -en ’n paar andere dieren- een winterslaap houden; de werkelijkheid ligt wat genuanceerder. Ook wij dutten ’s winters in. En niet alleen door gebrek aan daglicht of door de behaaglijke warmte van de kachel. Omdat we de warmte lekker binnen willen houden en als de dood zijn voor tocht, houden we de deuren en ramen hermetisch gesloten. Dat scheelt in energiekosten. We leveren er echter veel van onze eigen energie voor in. Zo blijkt uit onderzoek door Harvard School of Public Health.
Harverd bewijst: hoog rendement op investeren in schone lucht
Hoe heeft ’t zover kunnen komen? Sinds de jaren70 zijn gebouwen vanwege de toenemende energieprijzen steeds luchtdichter gemaakt. Luchtverversing werd overgelaten aan ventilatiesystemen die met een bepaalde frequentie de lucht verschonen. Of gewoon rondpompen. Dit blijft niet zonder gevolgen. In de jaren 80 duiken de eerste effecten op van deze wel heel goed geïsoleerde, maar blijkbaar ziekmakende gebouwen. Klachten als slaperigheid, irritaties, moeite met concentreren, vermoeidheid en misselijkheid worden steeds vaker in verband gebracht met de slechte kwaliteit van het binnenklimaat. We kennen deze klachten inmiddels onder de naam Sick building Syndrome.
Hoe verbeter je dan het binnenklimaat? Niet lang daarna ziet de eerste ventilatienorm het levenslicht (ASHRAE). Dat je met bouwen niet alleen het binnenmilieu bepaalt, maar ook een wissel trekt op het buitenmilieu, leidde begin dit millennium tot meer omvattende Green-normen (LEED en BREEAM). Duurzaam-design deed z’n intrede en de eerste green buildings verrezen.
Wij zijn ons inmiddels bewust van de gezondheidsrisico’s van twijfelachtige binnenlucht. Voor onszelf en die van onze medewerkers, cliënten, patiënten of leerlingen. En we weten dat het niet goed uitpakt voor de leerprestaties en (bedrijfs)resultaten. Toch heel vreemd dat, zoals Joseph Allen van Harvard terecht constateert, investeren in ‘lucht’ vaak nog als bijzaak wordt gezien:
“We spend 90% of our time indoors and 90% of the cost of a building are the occupants, yet indoor environmental quality and its impact on health and productivity are often an afterthought”.
Omdat er echter geen harde cijfers over de effecten bekend zijn, zet Allen met zijn team een onderzoek op (publicatie oktober 2015). Ze gaan op zoek naar feiten en cijfers over de relatie tussen ventilatie, de kwaliteit van de binnenlucht en de effecten ervan op de wijze waarop wij kennis en informatie verwerken. Ook wel onze cognitieve prestaties genoemd.
Ze onderzoeken negen cognitieve functies onder 24 deelnemers. De deelnemers voerden hun normale werkzaamheden uit terwijl de onderzoekers ze blootstelden aan verschillende binnenklimaat-condities, zoals de concentratie VOS (vluchtige organische stoffen) en CO2 (kooldioxide). En de ventilatietechnieken varieerden: de conventionele norm, de Green-norm en Green+ . In het laatste geval lieten ze naast de Green-norm ventilatie extra frisse buitenlucht toe.
Dat VOS nadelige gevolgen hebben, hadden de onderzoekers wel verwacht. Wat verraste is het effect van het altijd relatief onschuldig geleken CO2 (kooldioxide). Dat bleek op maar liefst zeven van de negen gemeten functies invloed te hebben. Met elke ademhaling zijn wij daarmee zelf de grootse binnenvervuiler.
Hun top drie van de meest in het oog springende prestatieverbeteringen (gemeten ten opzichte van de conventionele ventilatie) doet me wel naar lucht happen. Bijna niet te geloven wat we aan menselijk vermogen laten liggen door maar mondjesmaat in frisse lucht te investeren. Oordeel zelf:
De top-3:
Groene condities | Groen+ | |
Crisisbeheersing | +97% | +131% |
Strategie | +183% | +228% |
Informatieverwerking | +172% | +299% |
Binnen net zo goed als buiten
Een goed ventilatiesysteem kan de slechte binnenlucht-effecten enigszins neutraliseren. De resultaten van het Harvard-onderzoek laten zien dat zelfs kleine aanpassingen aan het binnenklimaat al veel impact kunnen hebben op cognitieve vermogens als besluitvaardigheid. Ze wijzen ook in de richting dat een gezond binnenklimaat onze prestaties, ons leervermogen en ons fysiek welbevinden zelfs aanmerkelijk kunnen verbeteren.
Wachten dan maar op de nieuwste ventilatietechnieken? Nee hoor, je kunt meteen zelf aan de slag. Op een heel gemakkelijke en natuurlijke manier kun je het binnenklimaat aanzienlijk verbeteren. Door met enige regelmaat die ramen open te gooien. En als dat niet kan, dan kun je altijd zelf nog schone lucht kweken. Met hulp van Dr Wolverton’s boek How to Grow Fresh Air. In de 80er jaren zocht hij voor NASA naar manieren om in de ruimte aan schone lucht te komen. Hij ontdekte dat planten perfecte (gif)stofvreters en luchtzuiveraars zijn. Later onderzoek vulde die kwaliteiten nog eens aan met concentratieverhogers en stressverlagers.
Het voorkomen van de uitstoot van vluchtige, giftige stoffen is ook een goede optie. Dat vraagt wel om betere bestudering van de toe te passen materialen, de afwerking en de verwerkingswijze. En een bewustere keuze van het meubilair. Inmiddels is er gelukkig een EPD (Environmental Product Declaration) waarin de milieu-impact zoals de VOS-emissie objectief worden weergegeven.
Toch nog lastig, ingewikkeld en geen groene vingers? Steek je licht eens op bij Greennest. Zij hebben een keur aan direct toe te passen plant(wand)oplossingen. Ook eenvoudig en effectief is het plaatsen van een flowform tafelmodel. Wat nu weer? Daarmee haal je stromend water als natuurelement naar binnen. Maar dat verdient een eigen blog. Voor nu stof genoeg om ook binnen een gezond luchtje te kunnen scheppen.